Een goede voeding van het jongvee met daarin aandacht voor de mineralenvoorziening heeft positief effect op de ontwikkeling van melkkoeien op latere leeftijd. Op veel melkveebedrijven wordt dit nog onderschat. Maar niet op het bedrijf van Jan en Teun Gieben in het Noord-Brabantse Wilbertoord. “Wij zorgen dat het dier die mineralen krijgt die het nodig heeft. Dankzij een specifiek mineralenmengsel voor jongvee kunnen we dit gemakkelijk en efficiënt doen.”
Het bedrijf van Jan en zoon Teun Gieben ligt aan de rand van Wilbertoord. De melkveehouders houden circa 85 melkkoeien en tussen de veertig en 45 stuks jongvee. Hiervoor hebben ze ongeveer veertig hectare in gebruik, waarvan elf hectare natuurgebied. Een intensief bedrijf dus. In de zomer wordt weidegang toegepast. De ondernemers zijn niet alleen in de stal en op het land actief. Bij het bedrijf hoort namelijk ook een boerderijcamping met 29 plekken waar de familie de gasten kennis laat maken met het boerenleven. “Mensen vinden het fantastisch om bij ons rond te kijken. En tachtig tot negentig procent van de gasten staat helemaal achter onze werkwijze als veehouders. Ze kunnen zich goed verplaatsen in de uitdagingen waar wij voor staan”, vertelt Jan.
Jan en Teun kunnen het bedrijf en de dieren met trots tonen aan de gasten. De voornamelijk roodbonte veestapel verkeert in een uitstekende conditie. De melkproductie ligt op dit moment rond de 9.000 kilogram met 5,0 procent vet en 3,77 procent eiwit. “We streven naar melk met hoge gehaltes en dat lukt goed. Goed ruwvoer is de basis. We willen op tijd maaien met een interval van vier à vijf weken”, aldus Teun. Gezond en goed presterend melkvee betekent niet alleen aandacht voor de melkkoeien, dat realiseren vader en zoon Gieben zich als geen ander. “De basis ligt bij het jongvee”, is de overtuiging van Teun. “We vinden koeien fantastisch, maar jongvee zeker geen bijkomstigheid. Het jongvee krijgt bij ons net zoveel aandacht als de melkkoeien.” De aandacht voor het jongvee begint al bij het jonge kalf. De melkveehouders zitten naar eigen zeggen bovenop de biestvoorziening. “Om de kwaliteit van de biest te beoordelen, wordt de biest gemeten. Dat is ook nodig, want biest kan er nog zo mooi uitzien, het zegt vaak weinig over wat erin zit. En dat willen we wel weten want we willen het kalf gegarandeerd een goede start geven. We geven de kalveren vlug, vaak en veel biest. Een verse koe gaat bij ons als eerste in de melkstal, om zo snel mogelijk biest te krijgen. Als je wacht, ben je weer anderhalf uur verder. De eerste keer proberen we er meteen vier liter in te krijgen.”
Na de biestperiode krijgen de stierkalveren koemelk en de vaarskalveren krijgen kalvermelk van Flink. Gedurende de melkperiode krijgen de vaarskalveren ruwvoer en Flink TMR krachtvoer aangeboden. Zo gauw de vaarskalveren van de melk af zijn, krijgen ze ruwvoer en krachtvoer volgens het melkveerantsoen dat is uitgerekend in samenwerking met bedrijfsadviseur Eefke Janssen van Victoria Mengvoeders. Voor advisering in de jongveeopfok kunnen Jan en Teun een beroep doen op Laura Surink van Flink. Dit bedrijf is opgericht door Fransen Gerrits BV. Flink voorziet de melkveeklanten van onder andere Victoria Mengvoeders van voer, advies en ondersteuning voor de kalveropfok. Flink werkt hierbij nauw samen met Kalfsupport, waarvan de kalveropfokspecialisten met name boven de rivieren meekijken over de schouders van melkveehouders. Ze bieden daarbij ondersteuning op managementniveau in de gehele kalveropfok. Van biestmanagement en voerstrategieën tot huisvesting en ventilatie. Specialisten van Flink en Kalfsupport wisselen graag kennis en ervaring met elkaar uit. Zo kan het gebeuren dat deze ochtend ook kalveropfokspecialist Eline Hoekstra van Kalfsupport bij de familie Gieben aan de keukentafel zit.
Surink en Hoekstra zien dat het met de jongvee-opfok op het Brabantse bedrijf wel goed zit, helemaal als Teun vertelt over de voeding van het jongvee na een jaar. Dan krijgen de dieren een speciaal jongveerantsoen met jongveemineralen. En dat laatste is belangrijk, want het belang van mineralen bij jongvee wordt volgens de kalveropfokspecialisten van Flink en Kalfsupport vaak onderschat. “Bij de geboorte krijgt het kalf een voorraad spoorelementen in de lever mee van de moederkoe. Zonder aanvulling van krachtvoer of jongveemineralen is de voorraad na circa één jaar verbruikt”, vertelt Hoekstra. Aanvullen is dus belangrijk, anders kan het dier op latere leeftijd nadeel ondervinden. “Praktijkonderzoek van Victoria Mengvoeders in samenwerking met Provimi en enkele dierenartsen heeft laten zien dat een goede mineralenvoorziening bij jongvee essentieel is voor de ontwikkeling van het dier op latere leeftijd”, vertelt Surink. “Op bedrijven waar onvoldoende jongveemineralen worden bijgevoerd, wordt in de tweede lactatie vaak niet het genetisch potentieel gehaald. In de eerste lactatie is er vaak niets aan de hand. Maar in de tweede lactatie valt de productie tegen. Dat komt doordat dan de karkasontwikkeling nog doorloopt. Alle energie en voedingsstoffen die de koe daarin moet steken, kunnen niet worden gebruikt voor melkproductie. Een dier dat in de opfok voldoende mineralen krijgt, kan het karkas dan al vullen. Gebeurt dit niet, dan groeit het dier uit in de tweede lactatie. Dat kost melk.” Bij Jan en Teun Gieben hebben ze van dit verschijnsel geen last. “In de tweede lactatie presteren koeien bij ons niet beneden verwachting. Gelukkig niet, want de opbrengst die dit kost kun je later niet meer inhalen”, weet Teun.
Jan en Teun voeren het oudere jongvee een specifiek jongveemineralenmengsel van van Flink. Dit is een mengsel in granulaatvorm, dat precies die componenten bevat die het jongvee op het bedrijf nodig heeft. Het mengsel wordt met de hand over het voer gestrooid. “Dit alles-in-een-mengsel werkt gemakkelijk. Je weet dat je naar behoefte voert. We hoeven niet met vijf verschillende zakken poeder te werken om toch precies te geven wat een dier nodig heeft. Dat doen we bij het melkvee ook niet. Ook daar voeren we een mineralenmengsel dat vanuit de crush-silo in de mengwagen meegaat”, vertelt Jan. Door het gewicht van het granulaat waait het niet weg. Het blijft mooi aan het voer plakken, waardoor het niet op de grond terecht komt of wegstuitert.” In de zomer gaan de pinken van Jan en Teun een paar maanden de wei in. Dan is mineralen bijvoeren niet mogelijk. “Dan krijgen de dieren twee bolussen in. Zeker ook omdat ze dan na twee maanden naar het natuurgebied gaan. Dan is extra aanvulling zeker nodig.”
Aandacht voor de mineralenvoorziening bij het jongvee betaalt zich terug, zien Jan en Teun Gieben. “Mede dankzij een goede start produceren ze op latere leeftijd maximaal. Maar je ziet het ook aan de dieren zelf. Ze blinken en dan weet je dat het goed zit”, wijst Jan. Pinken worden op het Brabantse bedrijf goed en snel tochtig. “Toch laten we ze niet te snel insemineren. Bij afkalven moeten ze 24 maanden zijn. Ze moeten body hebben bij afkalven.” Niet alleen aan de vaars worden eisen gesteld. Ook aan het kalf dat geboren wordt.“ Dat moet goed roodbont zijn. Een te wit kalf is voor mij een kleine domper op de feestvreugde”, besluit Teun.
Bron: Melkveebedrijf
Auteur: Gerben Hofman
Neem contact op met onze verkooppartners.